Op de boekenmarkt in Kermt leerde ik Dries Dereymaeker kennen, een jonge fantasyauteur die met zijn jeugdboek Erindi aan de auteurstafel langs me zat. We swapten onze debuutboeken en zo kreeg ik een exemplaar ervan in handen. Gezien het een dun boekje is (185 pagina’s) nam ik me voor het zo snel mogelijk te lezen: et voilà!
Nu zijn jeugdboeken (deze wordt aangeduid als zijnde 10+) niet echt mijn specialiteit, dus het is iets moeilijker om te beoordelen voor me dan een YA-boek. Maar qua verhaal blijft een goed verhaal natuurlijk gewoon een goed verhaal. En dat heeft Dries hier zeker weten neerzetten. Hij heeft alles heel slim geplot waardoor elk element dat aan bod komt later een rol heeft te vervullen, maar hij laat de lezer er even op wachten wat telkens weer voor een tof verrassingseffect zorgde.
Daaraan bijdragend was het ook gewoon een heel snugger boek. In de zin van dat ik de oplossingen van de kinderen voor hun avontuurlijke uitdagingen altijd heel spectaculair en origineel vond. Mijn favoriet was de tapijten! Doorheen de actie zitten de centrale thema’s vriendschap, je angsten overwinnen en respect voor de natuur verweven met een vleugje ‘verliefd worden maar nog niet helemaal zijn’ – net zoals je van een goed jeugdboek wel een beetje verwacht. Op dat vlak stelde het zeker niet teleur en vinkt het alle boxjes netjes af!
Er zou wel nog grondige redactie moeten gebeuren op het boek. Dries gebruikt enooooooorm veel uitroeptekens, bijvoorbeeld. Nu dénk ik dat je in een jeugdboek misschien wel met iets meer uitroeptekens weggeraakt dan een boek voor volwassenen of YA’s, maar op sommige actievolle pagina’s eindigden echt meer zinnen op een uitroepteken dan op een punt. Hierdoor kreeg ik soms een beetje het gevoel dat ik naar een spookverhaal rond het kampvuur aan het luisteren was, en de verteller steeds weer een overstijgende trap wilde. “EN TOEN GEBEURDE DIT! MAAR HET WAS NOG NIET GEDAAN!” Dat ging hand in hand met iets te veel tell en iets te weinig show, maar gezien het een jeugdboek is stoorde me dat minder dan bij een YA gezien het daarbij minder om de persoonlijke ontwikkeling draait.
Ik heb Erindi alleszins op twee dagen uitgelezen want op de schoonheidsfoutjes zoals typo’s, spreektaal en uitroeptekens na, heeft Dries echt een enorm tof jeugdverhaal weten te schrijven. En dat op zo’n jonge leeftijd – can’t help but be impressed. Goed tempo, mooie boodschappen, typische fantasyelementen en bovenal hier en daar een vleugje humor en veel snuggere oplossingen voor de problemen die de helden tegenkomen. Ik denk dat van zodra zijn schrijfstijl nog iets meer mature wordt en hij een goede eindredacteur onder de arm neemt, dat we van deze auteur nog veel gaan horen. Erindi heeft mij alleszins aangenaam verrast. Dus als iemand nog een aanrader voor zijn twaalfjarige broertje of zusje zoekt: tadaa!