Blogs met schrijftips heb je genoeg, maar blogs met tips voor eindredactie en redigeren dan weer iets minder. Terwijl het (jammer genoeg – I hate it) net zo belangrijk is.

Daarom leek het me leuk hier eens een blogje aan te wijden. Of misschien is het schrijven van deze blogpost gewoon uitstelgedrag omdat ik zelf niet wil redigeren – we’ll never know! 😉

1. Maak een lijstje van je stopwoordjes + vaakst fout geschreven woordjes: Hou in een bestandje al je stopwoordjes bij, zodat je in het vervolg elk manuscript daarop kan nakijken (‘Find + Replace all’ is mijn BFF). Ook woorden die je consequent fout schrijft mogen op die lijst. Daarmee bespaar je jezelf en je eindredacteur heel wat werk achteraf!
   Enkele woordjes van mijn lijstje die ik te vaak gebruik of fout typ: m’n, d’r, caffeïne, evenees, echt, shit, fuck …
2. Switch even van lettertype: Ben je aan het nalezen? Zet je lettertype dan even op een ander font – zo spot je sneller foutjes dan wanneer je naleest in hetzelfde lettertype als hetgeen waarin je schreef! (The brain is a strange and wonderful thing). Bv: schrijven in Calibri, nalezen in Times New Roman.
3. Schrijftaal vs. spreektaal: Pas op met hihi, hmmm, haha, euh, pfff, ugh en dergelijke meer. Ik schrijf persoonlijk héél graag in spreektaal, maar helaas zijn uitgeverijen het daar over het algemeen niet zo mee eens :-p Het mag een beetje – tuurlijk wel! – maar overdrijf niet.
4. Leestekens: Gebruik je niet te veel komma’s? Of eindig je misschien net als mij heel vaak een zin op drie puntjes? Ook uitroeptekens zijn gevaarlijk! Gebruik ze met mate. Doe tijdens het redigeren daarom best even control F op “!” en schrap minstens de helft. Hoe onnozel het ook klinkt: je manuscript zal er sterker van worden. Persoonlijk heb ik er minder moeite mee als ze in dialogen staan dan in gewone tekst, maar daarover verschillen de meningen.

Geen geniale tips of whatever, maar misschien heb je er iets aan ^^ Succes bij het redigeren!