Gekochte dagen: Hoofdstuk 8

lazarus3

De klas is aan het badmintonnen. Nadat ik me uitgebreid verontschuldigd heb voor het te laat komen, werpt Milly een pluimpje tegen m’n kop als bij wijze van uitnodiging om me bij haar spel te voegen: “Look alive, Wilfrieds!” roept ze door de sporthal.

Na de relatief chille les, sloffen Milly en ik weer naar de kleedkamer. Ik ben er niet bij met mijn gedachten, denk de hele tijd aan Hugo, en dat pikt mijn beste vriendin natuurlijk meteen op met haar scherp afgestelde BFF-radar.
“Er is iets met je aan de hand, is het niet?” botst ze haar heup tegen de mijne.
Ik haal dismissief mijn schouders op, zoals ik doe wanneer een ouder familielid me vraagt of ik intussen eindelijk een vriendje heb. Ik trek er mijn gepatenteerde ‘tienersmoel’ bij, zoals mama die noemt. Dat is natuurlijk een weggevertje voor Milly. Nu is ze als een haai die bloed geroken heeft.
Ik moffel haastig mijn zweterige sporttenue in mijn tas, hopend haar scrutiniserende blik te ontlopen. Wanneer ik dat doe, komt de witte enveloppe er weer uit piepen. Milly heeft ‘m vast voor ik boe of bah kan zeggen.
“Milly, geef dat terug!”
“Een brief van de UV, hé. Is dat waarom je zo raar doet de laatste dagen? Je bent afgewezen?”
“Niet precies, neen …”
“Dus je bent toegelaten?” Haar met eyeliner omrandde ogen worden groot terwijl ze mijn reactie op haar suggestie peilt, en zodra ze haar oordeel gevormd heeft, trekt er een onmiskenbaar trotse glimlach aan de hoekjes van haar lippen: “Delani, dat is geweldig nieuws! Waarom heb je me dat niet verteld!”
Ik haal nog eens mijn schouders op en maak een ‘meh’-geluidje omdat ik het ook niet goed weet.
Milly opent de enveloppe om mijn toelatingsbrief te lezen en ik laat haar doen, nu maakt het ook niet meer uit.
Eigenlijk ben ik opgelucht dat ze het eindelijk weet. Opgelucht en … blij. Fier dat zij trots op me is. Het is ook heel wat. De UV deelt nou niet bepaald beurzen uit als snoepjes bij carnaval (al minderen die ook ieder jaar in hoeveelheid). Het genoegzame gevoel is echter van zeer korte duur, want wanneer Milly de brief helemaal openplooit, valt er een kleiner briefje uit.
Gek, dat stak er eerst niet in.
Mijn euro valt tegelijk met het briefje: Hugo! Ik probeer het naar beneden dwarrelende witte vierkantje nog uit de lucht te grijpen, maar Milly is me voor.
“O… M… G…” Ik sterf bijna van ongeduld om te weten wat er op het briefje staat terwijl Milly het gretig leest. Wat staat erop wat staat erop wat staat erop? “Dit is Hugo’s telefoonnummer! Je hebt gewoonweg de digits van een ondode versierd, Delani. Damn, girl. Je hebt zijn koude, koude Lazarushart ontdooid, hahaha!”
Voor de één of andere reden verdient me dat blijkbaar een high-five, maar ik negeer haar opgehouden hand en maak in plaats daarvan van de afleiding gebruik om het kleine briefje te heroveren.
Het is inderdaad zijn telefoonnummer: 10 cijfertjes en ‘Hugo’ eronder geschreven. Niet in rode nagellak. Gewoon zwarte balpen. Ook geen polaroid. Gewoon een briefje. Hoe old-skool.
Ik moet heel veel moeite doen om niet een klein beetje te glimlachen, al snap ik niet zo goed waarom.
Heb ik hem daarnet niet nogal bruusk afgewimpeld? Of was dat zwaaitje waarmee ik hem wandelen stuurde een soort van onbewust flirtgedrag?
Terwijl ik nog als een idioot naar het briefje sta te grijnsen, pakt Milly mijn pols beet en staart ze me aan met van ondeugd glinsterende ogen: “Ik heb het perfecte plan om hem terug te zien!”
“Ik hoef hem niet terug te zien”, schud ik de gedachte die het exacte tegendeel ervan belichaamt uit mijn hoofd en uit mijn hart. “En als ik hem wil terugzien, is het plan nogal overduidelijk: ik kan hem toch gewoon opbellen nu ik zijn nummer heb. Of nog eens als een hooligan opduiken in zijn tuin om middernacht, dat was ook lachen!” vroeg ik er sarcastisch aan toe. Ik steek het briefje in mijn zak, maar Milly laat mijn pols niet los.
“Als ik zeg dat we ergens naartoe gaan, ga je dan mee? No questions asked?”
“In Millyland betekent dat doorgaans weinig goeds.”
Ze waggelt haar wenkbrauwen.
Ik zucht: “Goed, we gaan.”

Ik had halfverwacht dat ze me naar het Lazarushuis zou rijden in de Sint-Christoffelmobiel en probeer te analyseren wat het betekent dat ik een vleugje teleurstelling voel wanneer we parkeren in een zijstraat van de Kleine Markt in Noord-Traasdal.
“Kom, we hebben een afspraak om half vijf.”
“Afspraak?”
Milly sluit de wagen en wandelt met een vette knipoog in mijn richting naar een onopvallend huurpand op de hoek dat er eerlijk gezegd een beetje louche uitziet. Ik krijg een spermabankvibe van de vent die naar buiten komt waggelen alsof hij net een zware inspanning heeft geleverd en de dulle bediende achter de receptie maakt mijn impressie er niet bepaald glanzender op.
Het ruikt er naar bloed en ontsmettingsmiddelen. Ik verberg mijn neus in mijn sjaal, dankbaar dat het herfst is en geen warme zomerdag waarop de geuren nog zwaarder op mijn reukzin zouden wegen.
De waggelende man houdt de aluminiumdeur voor ons open en we stappen naar binnen.
“Wat doen we …” Voor ik mijn zin kan afmaken, zie ik een foldertje liggen waardoor alle puzzelstukjes meteen op hun plek vallen: ‘LazaGerust: Help een Lazaruspatiënt om van het leven te blijven genieten. Doneer bloed – doe goed.’
Shit. Shit! Wat doen we … hier?
“Milly, nee! N-e-e!” schreeuwfluister ik, klaar om me om te draaien en terug naar de auto te benen of ik nou een sleutel ervan heb of niet.
“Milly, ja!” antwoordt ze koppig terug.
Ik staar haar briesend aan alsof ik een matador ben en zij de razende stier. Alleen is er natuurlijk niets razend aan mijn beste vriendin – alleen maar iets uiterst gekwiekst. Ik kan niet geloven dat we hier zijn, bij LazaGerust.
Lazaruslabo’s zijn modern, steriel en exclusief toegankelijk voor zij met de juiste connecties. Uitsluitend the rich and famous komen erin. Wel, the rich, famous and the dead, natuurlijk.
Maar een lokale vzw als LazaGerust? Daar kan iedereen zomaar komen binnenvallen en zich opgeven als bloeddonor voor de hoge piefen en rijkelui die opnieuw tot leven gewekt zijn in zo’n chique Lazaruslaboratorium.
Wat je ervoor in ruil krijgt is simpel: geen goeie karma en ook geen gratis filmtickets of kortingsbonnen voor de moeite.
Toegang tot een geheime wereld.
“Hallo”, begroet ze de receptioniste ondanks het feit dat ik Milly zo subtiel mogelijk aan haar arm trek en sleur om d’r weer buiten te krijgen. Ik slaag er alleen maar in haar armbanden te doen rinkelen en extra de aandacht naar ons toe te trekken.
Ze negeert mijn fysieke protest dan ook compleet en gaat onverstoord op de balie leunen: “Ik ben Milly Ipsum, ik heb vooruit gebeld betreffende onze inschrijving. Dit is mijn vriendin Delani Wilfrieds. Zij wil ook donor worden.”
De receptioniste – een muizig vrouwtje met grijsbruin haar en een bril met een afgebladderde montuur – kijkt ons misprijzend aan, alsof ze vermoedt dat we misschien te jong zijn, wat een correcte veronderstelling is gezien we minderjarig zijn. Uiteindelijk schuift ze toch twee formulieren over de balie naar ons toe. Voor de volledigheid legt ze er nog één van de foldertjes die ik daarstraks al zag liggen bovenop: ‘Geef bloed – doe goed!’
“Jullie mogen daar wachten.” Met een hoofdknikje geeft ze aan dat we mogen plaatsnemen in de wachtruimte, die bestaat uit negen plastieken driezitters die in een U-vorm in de hoek van de kleine ruimte staan.
Ik ben verschrikkelijk boos op Milly en weiger te gaan zitten, ik staar haar gewoon met gekruiste armen aan, eisend met mijn blik dat we vertrekken vooraleer het te laat is. Maar Milly doet alsof ze het niet ziet, kruist haar lange benen en begint met haar schoot als tafeltje het formulier in te vullen.
Wanneer het boze staren niet zo effectief blijkt te zijn, zet ik me met een zucht naast haar neer. De plastieken stoel buigt op manieren die volgens mij niet hoort, dus ik leun snel weer naar voren en probeer mijn tweede aanpak: pleiten voor het gezond verstand.
“Milly, komaan, je kan dit echt niet doen. Dit is géén, en ik herhaal – géén, goed idee. Het is …”
“Ach Lani, het is een prima idee and you know it. Met zo’n grote Lazarusfamilie opeens in onze regio hebben ze dringend bloeddonors nodig, dus ze gaan niet al te streng controleren of we nu wel of niet al achttien zijn. We zien er ouder uit, toch? Volwassener?”
“En wat als we bij iemand anders terecht komen, hé? Eén of andere vieze oude Lazarus-stinkerd die ze beter hadden laten sterven omdat hij altijd jonge meisjes lastigvalt, hé?”
Milly vult verder in en schokschoudert, compleet onbezorgd: “Die kans lijkt me echt klein, met zo’n groot nieuw gezin.” Dan kijkt ze op, ogen blinkend: “Bovendien, ik heb dit altijd al eens willen doen! Jouw crush op zombievampireboy is gewoon een handig excuus voor me. Je wilt hem toch terugzien, of niet soms?”
Tja, wou ik hem terugzien … Misschien wel. Al was het maar om me te verontschuldigen voor hoe kortaf ik tegen hem deed aan de sporthal toen hij zo vriendelijk was om helemaal naar daar te komen om mijn brief terug te geven.
Maar er zijn echt wel handigere manieren om dat te bewerkstellingen dan ons bloed aan hem te gaan doneren! Lazarussers moeten warm bloed hebben, dus de uitwisseling gebeurt niet via bloedzakjes, maar ‘live’. Ik mag er niet aan denken …
Milly stopt me één van de formulieren toe en ik zie dat mijn naam, adres, geboortedatum (één jaartje gelogen) en bloedgroep al allemaal ingevuld staan. Alleen mijn handtekening ontbreekt nog.
“Komaan, Delani. Leef eens een beetje on the edge vooraleer je juffertje Biochemie aan de UV wordt.” Als je met ogen kon zeuren, dan was dat wat ze ermee deed. Tegelijkertijd daagden haar al iets te lang niet meer geëpileerde wenkbrauwen me uit.
Het voelt als een uitdaging bij durven of doen. Ik zet snel, voor ik me kan bedenken, mijn kribbel onderaan het formulier.
Milly kirt opgetogen en grijpt met een plotse intensiteit mijn schouder vast, me aanstarend alsof ze me probeert te hypnotiseren op een goedkope kermisact: “En dan nu nog één heel erg belangrijke vraag: heeft hij knappe ondode broers?”

Leave a Reply

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s