Wat was ik blij toen ik weer vlotjes meerdere nieuwe hoofdstukken aan Zilveren Vleugels, het vervolg op Tweedehands Vleugels, kon breien! Jaja, dat schrijfdipje waar ik eerder over blogde was helemaal finito. Zie die wordcount eens stijgen! 80K, 85K … #happywriterishappy
De jolijt was echter van korte duur, want na het schrijfdipje werd ik met nog iets veel ergers geconfronteerd op mijn schrijverspad … De plothole!
Een plothole is een gat in je verhaal. Iets waarover je 99 keer zonder probleem kan herleeswandelen, en waarover je de 100ste keer genadeloos struikelt. Shit. Bleek dat ik in Tweedehands Vleugels (in een wanhopige poging om mijn wordcount wat te drukken) een scène gewist had die een stukje aanzet gaf voor de belangrijkste verhaallijn in deel 2.
Euh, oeps?
Nu, het is niet zo dat ik dat echt zo onbezonnen gedaan heb hoor. Ladiela, delete! Destijds ging dat hoofdstuk eruit omdat ik te veel verhaallijnen opende die ik nog niet kon sluiten. Niet enkel voor die wordcount dus. Alleen had ik het eerste deel van Zilveren Vleugels al geschreven voor dat ik dat hoofdstuk eruit kieperde in deel 1, en was er daar dus geen rekening gehouden met het ontbreken van die aanzet … Als je nog kan volgen! (Ik al lang niet meer hoor)
Dussssss … die plothole moest dicht. Maar hoe? Ik heb echt even met de handen in het haar gezeten. Kwam mijn belangrijke verhaallijn nu niet te zeer uit het niets? Zouden mijn lezers dat wel pikken? Gelukkig kwam mijn eindredactrice Julie met een prachtige eenvoudige oplossing waaraan ik domweg niet gedacht had: een proloog! Oef, crisis afgewend.
Wat leren we hieruit, mensjes: 1) plotholes zijn gevaarlijk, 2) wordcount is ook niet alles, 3) eindredactrices zijn goud waard!